top of page

Hoe we angst met angst opvoeden.

Kinderen opvoeden is nooit makkelijk geweest. Als de onzekerheid, angst of machteloosheid toenemen, hebben we sneller de neiging om autoritair op te treden.

We gaan dan primitiever denken en over in overlevingsmodus en dat kan gevolgen hebben voor je kind.

Ik geloof dat elke ouder het hart op de juiste plaats heeft en echt zijn best doet, elke dag opnieuw. Ik begrijp ik dat het leven niet altijd even makkelijk is. Elke dag komen er heel wat uitdagingen op ons pad die ons spanning geven en stress bezorgen. Al die druk die elke dag op je schouders terecht komt kan ervoor zorgen dat je onbewust toch kwetsende dingen zal zeggen of doen richting je kind.


Een kind is nu eenmaal aangewezen op ons, volwassen mensen. We zijn een voorbeeld, degene die hen moet tonen hoe te reageren in allerlei situaties. Een kind dat de hele tijd zeurt, aan je been gekluisterd is, driftbuien krijgt, huilt,....kan een enorme trigger zijn. Zodra je je machteloos voelt schakelt je brein je relativeringsvermogen uit en ga je in overlevingsstand. Je kan je minder inleven in je kind en je bent minder beschikbaar waardoor hun gedrag alleen maar erger wordt.

Dat machteloze gevoel, het moment waarop je kind je grenzen bereikt en er dan ook nog eens over gaat. Die situaties waarbij je je niet gezien en gehoord voelt als ouder omdat je kind gewoon verder doet ondanks je waarschuwingen, die laten je emmerjte overlopen. Hoe graag je dan ook in verbinding wilt blijven, ga je toch dreigen, straffen en autoritair gedrag vertonen. We gebruiken gedrag controlerende technieken bij kinderen zoals we bij honden doen: ‘zit, lig, pootje, koekje’. Doe je het goed, dan krijg je een snoepje. Ben je stout, dan halen we de verbinding weg: in de hoek jij. Alleen. We gebruiken angst om hen te laten doen wat wij wensen.


Een kind wil niet van nature dwars liggen en moeillijk doen. Hij wil er ook graag bijhoren, vooral bij het gezin. Hij wil voelen dat hij ertoe doet, belangrijk is en er mag zijn. Kinderen werken graag mee als ze zich verbonden, betrokken en gerespecteerd voelen. Zodra een kind niet mee wil, tegendraads doet, dan is er iets aan de hand. Misschien voelt het kind wel dat het niet klopt wat je verwacht. Het is niet hetgeen je kind nodig heeft op dat moment. Misschien voelt je kind zich niet gerespecteerd omdat je zijn emoties niet hebt erkend 'komaan zo erg is het ni...') of genegeerd hebt, als je een verwijt gooit ('moet je nu echt zo overdrijven?') of een schuld uitspreekt ('als jij dit nu niet had gezegd dan....'). Deze negatieve ervaringen maken dat een kind zich terugtrekt uit de verbinding, omdat het net onveilig aanvoelt.

Een kind heeft veiligheid nodig bij een volwassene die veilig voelt, waar je op kan vertrouwen. We weten allemaal dat hechting zo ongelooflijk cruciaal is in elke levensfase en dat liefde en verbinding in combinatie met grenzen de basis vormen. Elke keer dat je die verbinding kwijt raakt, voelt je kind angst. De angst dat hij niet goed genoeg is voor jou, dat hij een teleurstelling is, dat hij niets goeds kan doen en jou elk moment kan verliezen. Dat is de grootste nachtmerrie van elk kind. En toch grijpen we o, zo vaak terug naar dreigen, straffen en belonen van kinderen. Soms zelfs het vernederen van een kind voor de ogen van een ander. We voeden die angst, omdat we voelen dat het ons helpt ons doel te bereiken. Als we onze kinderen bang genoeg maken dan luisteren ze. 'Als je nu niet je jas aandoet, dan vertrek ik zonder je' ' Stop met springen op het bed, als je valt dan moet je naar het ziekenhuis'. ' Zoek je maar een andere mama als je niet naar me wilt luisteren'

' Ik wil niet spelen met jou, je bent veel te stout' ' Voila, dat is je eigen schuld, dan had je maar moeten luisteren'.

Herkenbaar? We denken er niet over na, we gebruiken zulke zinnen vaak zonder nadenken. Dat maakt dat we dus ook niet stilstaan bij de manier waarop deze binnenkomen bij ons kind.


'Als je nu niet je jas aandoet, dan vertrek ik zonder je' --> 'ik ga mama/papa kwijt geraken, dan ben ik helemaal alleen.

' Stop met springen op het bed, als je valt dan moet je naar het ziekenhuis'. --> ik wil niet naar het ziekenhuis, ik weet niet wat ze daar dan met me gaan doen.

' Zoek je maar een andere mama als je niet naar me wilt luisteren' --> als ik mijn emoties uit/ mezelf ben/ mijn grenzen aangeef dan wilt mama niet meer bij me zijn.

' Ik wil niet spelen met jou, je bent veel te stout' --> Wat heb ik verkeerd gedaan? Heb ik je teleurgesteld? Ben ik niet goed genoeg?

' Voila, dat is je eigen schuld, dan had je maar moeten luisteren'. --> Ik wou enkel uitproberen en leren of het ook anders kon, waarom steun je me niet?


Elke keer hakken we in op het zelfvertrouwen van ons kind zonder dat we het doorhebben. We boezemen ze angst in om controle te kunnen houden, om onze eigen pijn en onzekerheid te verbergen en niet te hoeven voelen. We verschuiven onze eigen angsten en onzekerheden dus naar ons kind, zodat hij ze kan dragen. Je voelt het al wel, dat is niet oké. Hoe kan het dan anders? Het is belangrijk dat we communiceren met elkaar. Net zoals je dat met collega's en vrienden zou doen. Als zij iets doen dat je niet fijn vindt, dan zeg je hen dat op een vriendelijke manier. We zeggen niet : 'Stop daarmee of ik neem je computerscherm af he!' Stel je voor, het zou nogal wat worden op de werkvloer. Bij kennissen gaan we praten en vertellen wat ons stoort en wat we verwachten van de ander. Als we dat nu ook bij onze kinderen zouden doen, dan zou dat al een hele wereld van verschil maken. De stappen:

- Vertel wat je ziet, hoort, voelt gebeuren. Enkel feiten. - Wat voel je daarbij, welke gedachten krijg je erbij. - Wat wil je dan liever zien gebeuren? - Wat vind je kind daarvan?


Voorbeeld: Ik zie dat je de hele tijd op het bed aan het springen bent. Dat maakt me bang, ik weet dat je je ernstig kan bezeren en dat wil ik liever niet. Ik zou het dus fijner vinden als je niet op het bed springt. Je kan beter de trampoline gebruiken. Of heb jij een beter idee?


Kinderen bang maken zorgt voor een bange wereld waarin iedereen op de tippen van zijn tenen loopt uit angst om weer iets verkeerd te doen. Dat is niet de toekomst die we nodig hebben.

10 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page