.png){kind=small}
Je kent het wel, dat ene moment waarop je net in die flow zit en je kind je vraagt om te spelen. Je zegt dat je dat best wil maar dat je eerst even alles wil afronden. En dan komt het, de frustratie hoopt zich op en staat op barsten. Jij bent totaal verward want je had toch gezegd mee te spelen?
Ja, maar.....
Hoe vaak zeg jij het woordje "maar"? Vaker dan je denkt, hè. Het is een woord dat we graag gebruiken en er niet echt bij stilstaan wat het effect is van dat ene korte woord. Alles wat je zegt voor het woord "maar" vervalt helemaal zodra je het uitspreekt. Je kan dus beter het woord vermijden. Een voorbeeld: "Ik wil gerust met je spelen, maar eerst ga ik alles even afronden. "Ik vind het heel lief van je, maar ik heb nu even geen zin in koekjes." "Ik zie dat je verdrietig bent, maar we moeten nu echt vertrekken."
Het woord "maar" zorgt ervoor dat enkel het tweede deel van de zin blijft hangen. Dat is net zo bij volwassenen als bij kinderen. Stel dat je partner zegt: "Ik vind je jurk erg mooi, maar is het wel gepast voor deze uitstap?" Dan heb je toch meteen het gevoel dat je partner liever heeft dat je iets anders aandoet.
Als wij als volwassenen al niet verder nadenken over de echte betekenis die schuilt achter een uitgesproken zin, waarom zou een kind dat nog erg impulsief is dat dan wel doen.
Het is dan aan ons, als ouders, om zelf onze zinnen anders te fomuleren.
Geen gemaar.
1. Maak lossen zinnen.
Je kan je zin opsplitsen in 2 aparte zinnen en zo de "maar" vermijden.
Bijvoorbeeld:
- "Ik wil graag met je spelen. Ik rond alles hier af. Neem jij alvast het spel klaar."
2. Draai het om
Vertel eerst wat je gaat doen alvorens je mee kan spelen. "Ik rond dit even af an en dan kunnen we samen spelen." Het is een proces van vallen en opstaan. Toch kan het een groot verschil maken als je dit woord niet langer gebruikt. Wil je graag aan de slag om ervoor te zorgen dat de sfeer bij jou thuis verbetert? Download dan mijn gratis E-book.